Facetten van het Boeddhisme


naar Index

4. 8. Patna (Pataligama)


Copyright ©  2021 / 2564

Het is toegestaan om elektronisch of in gedrukte vorm fragmenten van deze compilatie of de compilatie in zijn geheel over te nemen voor eigen gebruik, of ook met als doel ze met anderen te delen, uitsluitend voor gratis verspreiding en zonder commercieel oogmerk.




Patna

      De tegenwoordige stad Patna heette vroeger Pātaligāma. Pātali (Pātaligāma) was een dorp in het koninkrijk van Magadha. Naar men zegt ontsproten op de dag dat men plannen maakte om het dorp te bouwen, twee of drie pātali-scheuten op de plek waar het dorp zou komen. Daarom werd dat dorp “het dorp van pātali” (Pātaligāma) genoemd. De pātali is de trompetbloem, bignonia suaveolons. Het dorp kreeg later de naam Pātaliputta bij de bouw van een nieuwe stad. Pātaliputta wordt door het commentaar als volgt uitgelegd: putta stamt af van ‘puta’ = doos. Het heeft vermoedelijk betrekking op het openbarsten van de zaaddoos van de Patali-bloem.

Deze plaats was de hoofdstad van Magadha. Ze is geïdentificeerd met ruïnes nabij de tegenwoordige stad Patna.[1]

  Later werd die plaats bekend als de hoofdstad van Asokas keizerrijk dat ontstaan was uit het koninkrijk van Magadha. Volgens het commentaar van Dhammapāla zal een deel van de stad door vuur verwoest worden dat door de inwoners niet gedoofd kan worden. De Ganges zal een ander deel overstromen. En een derde deel zal verloren gaan door interne onenigheid. Volgens An moet deze voorspelling zijn opgeschreven nadat Pātaligāma verwoest was.[2] Nabij Pātaliputta was het Kukkutārāma waar monniken vertoefden als zij naar de stad kwamen. Op advies van Udena Thera liet de brahmaan Ghotamukha een hal voor de monniken bouwen in de stad.[3]

       In Patna is een klein park vanwaar keizer Asoka monniken heenzond naar de omringende landen.

park te Patna vanwaar Asoka monniken uitzondpark te Patnapark te Patna

naar begin van pagina  of  naar  4. Boeddhistische plaatsen in India en Nepal  

 


[1] Masefield 1995 II, p. 1035 en p. 1091 noot 309.

[2] An 2003, p. 51-52, noot 5 en p. 60 noot 2; Ñanamoli 1978, p. 360-361, noot bij p. 296; Masefield 1995, Vol. II, p. 1053.

[3] Malalasekera 1974, Vol. II, p. 178-179.