Op pelgrimstocht
in
India en Nepal
In de voetstappen van de Verhevene
In het Mahaparinibbāna sutta (D.16) worden vier plaatsen als bezienswaardig en aangrijpend voor devote Boeddhisten aangewezen. Het zijn de plaatsen waar de Boeddha geboren is, waar hij de Verlichting bereikte, waar hij voor het eerst de verheven leer verkondigde en waar hij heenging in het opperste geluk van de bevrijding van lijden en onvoldaanheid. Die plaatsen zijn respectievelijk Lumbinī, Bodh-Gayā, Sarnath en Kushinagar. De eerste plaats ligt in Nepal, de overige plaatsen liggen in India.
Behalve deze vier aangrijpende plaatsen heeft de Verhevene ook nog als bezienswaardig en aangrijpend genoemd de plekken waar een stoepa is opgericht voor de relieken van de Verhevene. Bezienswaardig zijn verder de plaatsen waar de Boeddha vaak heeft vertoefd.
Bij het lezen en gedeeltelijk vertalen van het leven en de leer van de Boeddha ontstond in 1984 het verlangen om de vier plaatsen op te zoeken die door de Ontwaakte zijn aanbevolen. Met een aanbevelingsschrijven van de eerwaarde Narong Paundaeng, hoofd van de Buddharama tempel te Waalwijk, vertrok ik naar Varanasi waar meerdere Thaise monniken studeerden aan de B.H.U. (Banaras Hindu University). Eén van hen, de eerwaarde Phra Maha Tuan Pim-Aksorn, werd mijn gids en tolk tijdens deze reis. Hij was erg deskundig en van hem heb ik veel kunnen leren.
In 1987 werd een tweede pelgrimstocht gemaakt. Behalve de reeds bezochte steden en dorpen werden in de route toen ook opgenomen enkele plaatsen waar stoepas voor de relieken van de Boeddha zijn en plaatsen die gewijd zijn doordat de Verhevene er vaak vertoefde. Tevens was ik toen in de gelegenheid de beroemde grottempels van Ellora en Ajanta te bezoeken. Die plaatsen zijn hier eveneens behandeld.
In 1990 werd een derde pelgrimstocht ondernomen. Behalve meerdere eerder bezochte plaatsen werd ook Piprahawa bezocht.
Aangespoord na dia-lezingen over de bezochte plaatsen wilden in 1996 enkele mensen uit München en enkele mensen uit Amsterdam eveneens op pelgrimstocht. Vanwege het grotere aantal personen werd toen de pelgrimstocht georganiseerd door een Indiaas reisbureau en werd de route afgelegd in een kleine bus. Ook deze keer was de eerwaarde Phra Maha Tuan mijn dierbare begeleider op de tocht. Hij was intussen gepromoveerd tot Dr. in de filosofie en benoemd tot sub-decaan aan de koninklijke universiteit te Bangkok.
In 2004 gingen wij in gezelschap van de eerwaarde Ajahn Sombat,
hoofd van een tempel in Saraburi, Thailand, waar mijn vrouw en ik regelmatig een bezoek brengen, samen met een nichtje van mijn vrouw, weer een pelgrimstocht maken. Deze keer in een grote terreinwagen en in omgekeerde volgorde dan wat ik gewend was. Het hoogtepunt, Buddhagaya, was toen de startplaats.
Het is niet iedereen vergund om de gewijde Boeddhistische plaatsen te gaan opzoeken. Om toch zoveel mogelijk mensen in de gelegenheid te stellen gevoelens van verering op te wekken, is een en ander over de bezochte plaatsen op schrift gesteld. Daardoor kan de toegewijde lezer(es) eveneens verdiensten verkrijgen die verbonden zijn aan een bezoek ter plaatse.
Tevens is het denken aan de Boeddha, zijn leer en zijn Orde een goede meditatiemethode op weg naar het Doodloze. Het doel van deze compilatie van gegevens is daarom tweeledig: het is enerzijds een beschrijving van de gewijde plaatsen en anderzijds een hulp bij het mediteren, bij het overdenken van de deugden van de Boeddha. Zo’n overdenken kan ook troost schenken en kracht in nood.
Als wij de voetstappen van de Verhevene volgen, komen wij niet alleen de zichtbare overblijfselen van dorpen en steden uit zijn tijd tegen. Maar het voetspoor van de Verhevene is ook zijn leer. Een beschrijving van de antieke plaatsen moet m.i. dan ook gepaard gaan met een - zij het beknopte - schets van het leven en de leer van de Boeddha. Zo is een volgen van zijn voetstappen niet alleen een lichamelijk maar ook een geestelijk gebeuren.
Getracht is de plaatsen van de pelgrimstochten zó te schetsen dat én het verleden én het tegenwoordige weergegeven wordt.
Emoties, gevoelens die opkwamen bij het bezoek aan de gewijde plaatsen, dorpen en steden waar de Boeddha zelf geweest is, zijn niet vermeld. Ze zijn immers voor ieder persoonlijk, voor ieder anders.
Deze tekst is een geheel herziene en vermeerderde versie van het geschrift “In het voetspoor van de Verhevene” uit 1988, hetwelk herzien werd in 1993.
Een woord van dank moet gericht worden tot de eerwaarde Dr. Phra Maha Tuan Pim-Aksorn. Hij was een uitstekende tolk en gids en dankzij hem heb ik veel kunnen leren. Zonder zijn deskundige begeleiding had ik de pelgrimstochten zeker niet kunnen maken.
Heel in het bijzonder moet ik dank zeggen aan wijlen mijn dierbare moeder die het mij mogelijk heeft gemaakt deze pelgrimstochten te ondernemen.
De Verhevene heeft gezegd dat als laatste eer voor hem op een kruispunt van wegen een gedenkteken opgericht moet worden. “En allen die daar bloemen of reukwerk of iets kleurigs neerleggen, of die vol eerbied een buiging maken, of die zich innerlijk verheugen, wier geest daar kalm wordt, hen zal dat lange tijd tot heil en zegen strekken.”
“En de Volmaakte is zo’n gedenkteken waard op grond van de innerlijke kracht, namelijk de gedachte: ‘Dit is het gedenkteken van de Verhevene, de Heilige, de volledig Ontwaakte.’ Die gedachte maakt zeer velen innerlijk vredig en blij. En aldus vredig en blij en met het gemoed daarbij in vertrouwen gevestigd, worden zij na de dood herboren in een sfeer van hemels geluk. Op grond van die innerlijke kracht is de Volmaakte een gedenkteken waard.” (Maha-Parinibbana sutta, D.16).
Zoals boven vermeld, is niet iedereen in staat om de gewijde plaatsen en het gedenkteken dat als laatste eer voor de Verhevene is opgericht, te gaan opzoeken. Mogen daarom deze impressies van mijn pelgrimstochten een plaatsvervanger ervan zijn. Mogen alle lezers en lezeressen zich innerlijk verheugen. Moge hun en haar geest kalm worden. En mogen allen aldus eveneens heil en zegen verkrijgen voor een lange tijd.
Nico Moonen.
in volgorde van de rondreis
3. Piprahwa (Maha Kapilavatthu)