0. Een
woord vooraf
In
het
Mahaparinibbāna sutta worden vier plaatsen als bezienswaardig en
aangrijpend
voor devote[1] Boeddhisten aangewezen. Het
zijn de plaatsen waar
de Boeddha geboren is, waar hij de Verlichting bereikte, waar hij voor
het
eerst de verheven leer verkondigde en waar hij heenging in het opperste
geluk
van de bevrijding van lijden en onvoldaanheid. Die plaatsen zijn
respectievelijk Lumbinī, Bodh-Gayā, Sarnath en Kushinagar. De eerste
plaats
ligt in Nepal, de overige plaatsen liggen in India.
Behalve
deze vier aangrijpende plaatsen heeft de Verhevene ook nog als
bezienswaardig
en aangrijpend genoemd de plekken waar een stoepa is opgericht voor de
relieken
van de Verhevene. Bezienswaardig zijn verder de plaatsen waar de
Boeddha vaak
heeft vertoefd.
Bij
het
lezen en gedeeltelijk vertalen van het leven en de leer van de Boeddha
ontstond
in 1984 het verlangen de vier plaatsen op te zoeken die door de
Ontwaakte zijn
aanbevolen. In 1987, 1990, 1996, en 2004 werden weer pelgrimstochten
gemaakt.
Behalve de reeds bezochte steden en dorpen werden in de route toen ook
opgenomen enkele plaatsen waar stoepas voor de relieken van de Boeddha
zijn en
plaatsen die gewijd zijn doordat de Verhevene er vaak vertoefde. Tevens
was ik
op een van die reizen in de gelegenheid de beroemde grottempels van
Ellora en
Ajanta te bezoeken. Ajanta is hier eveneens behandeld.
Deze
tekst is een geheel herziene en vermeerderde versie van het geschrift
uit 1988
met de gelijknamige titel, hetwelk herzien werd in 1993.
Een
woord van dank moet gericht worden tot de Eerwaarde Dr. Phra Maha Tuan
Pim-Aksorn die vier keer als tolk en gids met mij is meegegaan. Dank
zij hem
heb ik er veel kunnen leren.
Heel
in
het bijzonder moet ik dank zeggen aan wijlen mijn dierbare moeder die
het mij
mogelijk heeft gemaakt deze pelgrimstochten te ondernemen.
“En
de Volmaakte is zulk gedenkteken waard
op grond van de innerlijke kracht, namelijk de gedachte: ‘Dit
is het
gedenkteken van de Verhevene, de Heilige, de volledig
Ontwaakte.’ Die gedachte
maakt zeer velen innerlijk vredig en blij. En aldus vredig en blij en
met het
gemoed daarbij in vertrouwen gevestigd, worden zij na de dood herboren
in een
sfeer van hemels geluk. Op grond van die innerlijke kracht is de
Volmaakte een
gedenkteken waard.” (Maha-Parinibbana sutta).
[2] Zie de Dhajagga Paritta.