Facetten van het Boeddhisme


naar Index

10.12. Contemplaties over opgeven, onthechting en beëindiging

Copyright ©  2021 / 2564

Het is toegestaan om elektronisch of in gedrukte vorm fragmenten van deze compilatie of de compilatie in zijn geheel over te nemen voor eigen gebruik, of ook met als doel ze met anderen te delen, uitsluitend voor gratis verspreiding en zonder commercieel oogmerk.



Contemplaties over opgeven, onthechting, beëindiging


Contemplatie over opgeven

 
Bij contemplatie over opgeven (vernietiging van de smetten) staat men geen gedachte van zinsverlangen toe die in iemand is ontstaan. Maar men geeft ze op, verdrijft ze, maakt er een einde aan en vernietigt ze. Men staat geen gedachte van kwaadwil toe die in iemand is ontstaan. Maar men geeft ze op, verdrijft ze, maakt er een einde aan en vernietigt ze. Men staat geen gedachte van wreedheid toe die in iemand is ontstaan. Maar men geeft ze op, verdrijft ze, maakt er een einde aan en vernietigt ze. Men staat geen euvele, onheilzame gemoedstoestanden toe die in iemand van tijd tot tijd ontstaan. Maar men geeft ze op, verdrijft ze,maakt er een einde aan en vernietigt ze. (A.V.108).


Contemplatie over onthechting


Bij contemplatie over onthechting overweegt men aldus: “Dit is vredig, dit is verheven, namelijk het tot stilstand komen van alle grondslagen van bestaan, de uitdoving van begeerte, onthechting, Nibbāna.”(A.V.108).


 

Contemplatie over beëindiging

Contemplatie over beëindiging is aldus: men gaat naar een vredige plek en overweegt er aldus: “Dit is vredig, dit is verheven, namelijk het tot stilstand komen van alle samengestelde dingen, het opgeven van alle grondslagen van bestaan, de uitdoving van begeerte, beëindiging, Nibbāna.”(A.V.108).


Deze contemplatie behoort tot één van de elementen van de Verlichting (bodhipakkhiya-dhamma) (A.I.35)

Contemplatie over afkeer van de hele wereld

Contemplatie over afkeer van de hele wereld bestaat hierin: doordat men geeft de betrokkenheid met deze wereld op. Men geeft het hechten aan deze wereld op. Men geeft geestelijke vooroordelen, verkeerde meningen en verborgen neigingen betreffende deze wereld op. En doordat men er niet naar verlangt maar ze opgeeft, daardoor wordt men onthecht (vrij). (A.V.108).